Maandelijks archief: juni 2020

De zin en onzin van (verplichte) bijscholing

Een engelsman botst in een drukke winkelstraat tegen een ander op en zegt: “I’m sorry.” De ander reageert enthousiast en zegt:”I’m Sjaak!”

Spraakverwarring andere taal

Wie kent het niet? “It is raining steel pipes” is ook een bekende evenals de door mij vaak gequote “Unfortunately peanutbutter”. Bijscholing is al sinds jaar en dag verplicht voor zorgverleners, maar toch is er nog steeds weerstand vanuit onze beroepsgroep. Populaire standpunten van beroepsverenigingen zijn dan ook om het aantal bijscholingspunten aanzienlijk te verminderen, niet verplicht te stellen of zelf hele studiejaren vooruit te werken zodat je als therapeut niet jaarlijks in de schoolbanken ‘moet’ zitten.

EHBO bijscholing

Een van de bijscholingen die de Vereniging ter Bevordering van Alternatieve Geneeswijze (VBAG) heeft geschrapt is de jaarlijkse Eerste Hulp Bij Ongelukken (EHBO). Daar zullen ze vast een goede reden voor hebben. Toch school ik mijn EHBO kennis nog jaarlijks bij met minstens 7 á 8 avonden per jaar. Ik vind het gewoon vanzelfsprekend. Zo weet ik wat ik moet doen en hoe ik moet handelen als een bezoeker of client in mijn praktijk onwel wordt, een val maakt of ineens verrast wordt met ventrikeltachycardie. Helemaal wanneer dit over gaat in ventrikelfibrillatie.

MBK (nog) wel verplicht

Om te weten wat ventrikeltachycardie en ventrikelfibrillatie is moet je naar school. En als je niet dagelijks bezig bent met cardiovasculaire aandoeningen is het verstandig om je jaarlijkst te laten bijscholen. Deze termen leer je als therapeut bij de EHBO en ook bij verschillende herhaallessen medische basiskennis (MBK). MBK is een vorm van bijscholing die nu (nog) wel verplicht is. Maar let op, wanneer de alternatieve zorg uit het verzekeringspakket verdwijnt (en velen voorspellen dat dit op langere termijn onvermijdelijk is), wie stelt MBK bijscholing dan nog verplicht?

Ventrikel kan menig therapeut herleiden naar het hart (de kamer, niet te verwarren met de boezem/atrium). Handig als de therapeut weet of jij (client) bekend bent met/lijdt aan cardiovasculaire aandoeningen. Mocht het dan mis gaan, dan kan jouw therapeut daar goed op inspringen, mits hij/zij weet hoe EHBO te verlenen.

Medisch jargon

Ook als het gaat om andere medische gegevens zoals ingrepen/operaties en medicijngebruik is het handig om geen spraakverwarring te hebben. Denk bijvoorbeeld aan (ovarium) hysterectomie. Ovarium zijn de eileiders, hysterectomie betekent baarmoederverwijdering. Het is van belang te weten welke operatie de client heeft ondergaan. Als de ovaria zijn behouden is er nog steeds sprake van hormoonaanmaak, anders niet. Dit kan effect hebben op bepaalde gevoelens en emoties. De client kan na een dergelijke operatie depressieve klachten ontwikkelen. Bijvoorbeeld wanneer zij onvoldoende psychologische ondersteuning heeft gekregen. Vaak wordt bij (ovarium)hysterectomie om infectie te voorkomen antibiotica voorgeschreven. Antibiotica vallen ook de darmbacteriën aan die helpen bij de aanmaak van serotonine. Serotinine is van invloed om iemands stemming. Zo kan iemand dus in een depressie geraken waarvoor antidepressiva kunnen worden voorgeschreven. Zo krijg je een opeenstapeling van factoren die disbalans in de hand werken én in stand houden.

Pluis-niet-pluis

Kortom, als therapeut ben je (naar mijn mening) verantwoordelijk voor een degelijke medische basis om het pluis-niet-pluis gevoel (PNP) te ontwikkelen. Bevoegdheid alleen is dan niet voldoende. Bekwaamheid in zowel het herkennen van pathologie, raadplegen van medische bronnen alsook het uitvoeren/toepassen van kennis en vaardigheden is van belang. Daarom is alleen een opleiding op hbo-niveau (al duurde die 4 jaar) niet voldoende. Je kan bovenstaande alleen waarborgen als je opgedane kennis en kunde herhaalt. Alleen op die manier kan je jouw beroepsbekwaamheid in stand houden. Al was het maar voor een duidelijke communicatie tussen zorgverleners en clienten/patienten.

Wat is de vraag?

Recentelijk volgde ik een bijscholingsdag bij Con Amore over het tweede brein. Een hele dag uitleg over het spijsverteringsstelsel door Joyce de Bruin (Con Amore). Zij ging in op de anatomie, fysiologie en pathologie van diverse organen (onder andere de lever, maag en darmen), klieren (alvleesklier) en het microbioom. Mijn basis (Plato MBK) volgde ik bij Esoterra met als hoofddocent Peter Abelmann (Con Amore en Saxion Next).
Door duidelijk te comuniceren met jouw client kun je als therapeut (wanneer je beroepsbekwaam bent) vaststellen wat er aan de hand is. Of er sprake is van een PNP en vervolgens doorverwijzen naar de huisarts of een specialist. Wanneer het ‘pluis’ is en je kan behandelen kies je uiteraard voor de minst belastende methode. De belangrijkste vragen in een intake zijn volgens mij dan ook: Omschrijf jouw klacht, wat is jouw hulpvraag, wat heb je al gedaan om de klacht aan te pakken, wat verwacht je van deze therapie?

Schoenmaker hou je bij je leest

Als therapeut ondersteun je dan het helingsproces van jouw client (lichamelijk dan wel mentaal) met aanzienlijk minder neveneffecten (zoals de bijwerkingen/schadelijke effecten van medicijnen). Ook het bieden van een luisterend oor, tonen van compassie en begrip voor de situatie/beleving van de client doet ‘wonderen’. Denk bijvoorbeeld aan de (miskende) rouw die iemand meemaakt na een heftig trauma (operatie of anderzins). Door alszodanig te behandelen hoef je vaak geen bergen werk te verzetten, geen valse beloftes te doen en ondersteun je de ander toch in het herstellen van zijn/haar balans.

(Niet) wetenschappelijk onderbouwde (behandel)methode

Hoewel het criterium van wetenschappelijk bewijs nog steeds tegen alternatieve gezondheidzorg wordt gebruikt begin ik steeds meer te begrijpen dat het geen of/of maar een en/en aanpak betreft. Con Amore combineert wetenschappelijke kennis met een holistisch mensbeeld. Hun missie is een bijdrage leveren aan een gezondheidszorg waarbij complementaire en reguliere geneeskunde intensief samen werken. De term complementaire zorg heeft dan ook mijn voorkeur boven alternatieve zorg.

Bronnen:
www.hartstichting.nl
www.ggznieuws.nl
www.psychosenet.nl
www.kwakzalverij.nl
www.conamore.com